Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog is de negenjarige violist Dovidl, een Poolse Jood, naar London gevlucht. Op zijn 21ste staat hij op het punt zijn eerste concert te geven als hij zonder enig spoor van de aardbodem verdwijnt. Zijn broer Martin, die hem altijd al op handen heeft gedragen, krijgt decennia later van een jonge violist een muziekstuk te horen dat enkel en alleen door Dovidl aangeleerd had kunnen zijn. Martin begint een onderzoek naar zijn verloren broer wat tot verrassende ontdekkingen leidt.