Koning Lodewijk XI probeert Frankrijk op alle mogelijke manieren te verenigen, eerlijk of niet, wat zijn machtige rivaal Karel de Stoute niet bevalt. Het is in deze onrustige context dat de liefde van de dochter van een rijke burgerij en peetdochter van de koning, Jeanne Fouquet, en de ridder Robert Cottereau begint, ondanks alle obstakels die hen in de weg staan. Onder hen bevindt zich een roedel hongerige wolven die proberen te voorkomen dat Jeanne een belangrijke missie volbrengt die de koning haar persoonlijk heeft toevertrouwd.